Jan-Dirk fietst in Ierland

Dag 15  Gloghane – Dingle  64km,  938m geklommen, 961m gedaald, gem. snelheid 14,9 km/h

Ik mag me inmiddels een kenner noemen, op het gebied van de “full Irish Breakfast”. Het full Irish breakfast bij O Conner’s Bar & Guesthouse was wat aan de karige kant. Het brood en de scones waren zo droog dat ik er bijna van aan de hik geraakte, jammer, want verder was dit een prima overnachtingsplek.

Ik had gelezen dat het op de pas nog wel eens mistig en smal kon zijn, dus voor de beklimming van de pas maar mijn gele hesje aangetrokken. Beide bidons had ik dit keer maar met sportdrank gevuld, wat extra energie kon ik vast ook wel gebruiken. Eerst maar eens weer terug naar het punt waar ik gisteren van de route was afgeslagen (en afgedaald) naar het Guesthouse. Dit ging me goed af. Ik zag dit maar als een mooie warming up voor het echte werk. Het weer was prima, al weer zonnig. Volgens het routeboekje was sprake van een vrij constante helling van 7% over een lengte van 5-6 km naar de pas. Ik besloot een rustig tempo aan te houden in de lichtste versnelling. Afgezien van flink wat zweetdruppels ging het klimmen me goed af. Twee weken geleden had ik en m’n knieën dit niet gered. Ik werd regelmatig ingehaald door wielrenners, zowel mannen als vrouwen, waarschijnlijk van één wielerclub want ze hadden allemaal dezelfde shirtjes aan. Bij het passeren vroegen ze stuk voor stuk “how are you ?”, “fine thank you” was dan steeds mijn eerlijke antwoord. Ik moet twee keer even stoppen om een foto te maken en kon dan meteen even uithijgen. Grappig dat op één van de steilste stukken het woordje “SLOW” op het wegdek was gekalkt. Ik besloot me maar keurig aan de regels te houden. Uiteindelijk bereikte ik na +- 45 min. de top van de pas. Er stond hier een frisse wind. De wielrenners hadden zich hier inmiddels ook verzameld en konden mijn prestatie wel waarderen. Ik had tenslotte wel 35 kg extra mee om hoog moeten torsen. We hebben elkaar nog even op de foto gezet. Mijn fotograaf vroeg waar ik in Holland vandaan kwam. “From Deventer” antwoorde ik. Oh “Go Ahead Eagles !” Wat grappig dat hij dat wist, zal mijn broertje vast leuk vinden.

Tijdens de afdaling naar het plaatsje Dingle stond er veel wind. Ik besloot maar rustig aan te doen. Ik was blij dat ik “boven” wat warms had aangetrokken.

Vanuit Dingle liep er een “lusje” naar het uiterste puntje van het schiereiland. Het eerste deel door het binnenland en het tweede via de zuidkust terug. De eerste helft was weer klimmen en nog niet echt spectaculair. Het meest bezienswaardige was een overblijfsel van een nederzetting uit de ijzertijd, hiervan zou ik er later nog meer passeren. Ik bereikte na een lekkere afdaling een mooi strand, het was ongeveer het keerpunt van de route. De kust werd nu ruiger en ik werd getrakteerd op prachtige uitzichten op zee, diepe kliffen én helaas ook flink wat tegenwind. Bij één uitzichtpunt werd vermeld dat hier opnames waren gemaakt voor de film Star wars. Het was werkelijk adembenemend mooi. Om de kliffen te kunnen bekijken moest je overigens goed opletten, want voor je het wist fietste je er zo voorbij. De aanwezigheid van een parkeerplaats was doorgaans een teken dat er wat te zien was.

Al met al was het wel een aardig pittig lusje en bij aankomst in Dingle had ik inmiddels ruim 60 kilometer op de teller staan. Wat te doen? Terug naar Trallee was meer dan 50 km en liep voor een belangrijk deel via een route dat ik op de heenweg ook al gefietst had. Inmiddels begon het weer ook te betrekken en ik besloot de bus terug te nemen naar Tralee.

Tijdens deze busreis besloot ik maar een punt te zetten achter mijn fietsvakantie. Dingle was een mooie afsluiting en het weer voor de komende dagen zag er ook niet rooskleurig uit. Daarbij zag ik voor de komende dagen weinig “highlights” vermeld in het routeboekje. In Tralee vond ik een goedkope overnachting in Finnegans Hostel voor slechts 17 euro. Een prachtig oud sfeervol herenhuis met authentieke kamers. Wel weer stapelbedden maar ik vond het prima. In het gebouw was ook een restaurant en een theehuis gevestigd.

Bij binnenkomst van de slaapkamer lag er al iemand onder de dekens te slapen. Ik besloot me eerst maar eens te gaan douchen. Terwijl ik me op de rand van het bed zat aan te kleden kwam er notabene een wat oudere vrouw onder de dekens vandaan gekropen. Ze begroette me vrolijk en vertelde dat ze avonddienst had en daarom even had geslapen. Ze praatte enorm snel ze stotterde een beetje. Het was een grappig mens.

In het chique restaurant heb ik lekker gegeten, salade met (flink stuk) geitenkaas en roasted duck en chocolate cake als dessert. Bij een glaasje wijn heb ik mijn terugreis verkend. Eerst met de bus naar Cork (2,5 uur), vervolgens met de bus naar Dublin (3 uur). overtocht van Dublin naar Liverpool (8 uur), treinreis van Liverpool naar Hull (3 uur), overtocht Hull naar Rotterdam (8 uur) en vervolgens trein naar Deventer (2 uur). Dat was een avontuur op zichzelf! Benieuwd hoe alles op elkaar aansloot, zo niet dan moest ik maar een extra stop inlassen. Ik lag er vroeg in.

Dag   14  Tarbert – Gloghane (Dingle) 105km, 729m geklommen, 661m gedaald, gem. snelheid 18,4 km/h

Vanochtend rond negen uur vertrokken van de B&B Keldun House. Prima B&B met een heerlijke douche en goed verzorgd ontbijt.

Doel vandaag was om het schiereiland Dingle te bereiken. Dit schiereiland ligt in het zuid westen van Ierland (links onder) in het county Kerry. De National Geographic heeft Dingle ooit als "de mooiste plek op aarde" betiteld. Hoogtepunten zijn: de stranden (mooiste van Ierland), de ruige kust, pittoreske dorpjes en de O Connel bergpas, de hoogste bergpas van het zuiden van Ierland (456m) met spectaculaire uitzichten.

De route naar de stad Tralee (60km), vlakbij het begin het schiereiland (60km), voerde door een heuvelachtig landschap. Het deed me wel wat aan Limburg denken. Ik had weer mazzel met het weer. Het was zonnig en er stond weinig wind. Het aantal klimmetjes viel vandaag ook mee. Anders dan gisteren, kon ik nu meer genieten van de uitzichten en had meer oog voor bezienswaardigheden langs de route (zie foto’s).

Het eerste deel op het schiereiland voerde langs de kust (vlakke) kust tot het plaatsje Castlegregory. Hier was een camping gelegen in een duingebied, enkele kilometers van de route, op een smalle landstrook richting de zee. Ik bereikte de camping rond 4 uur. Het stond er vol met stacaravans maar er was verder niets te beleven. Ik besloot door te fietsen richting de Conner pas. Vlak voor de pas zou een hotel zijn, maar afgezien van een bord heb ik geen hotel kunnen ontdekken. Ik had nu bijna 100km op de teller en het leek me niet verstandig om nu nog de pas te nemen. Wat te doen? Doorfietsen over de pas of weer terug naar wat b&b’s die ik een aantal kilometers geleden was gepasseerd?. Op de kruising vlak voor de pas, stond een bord met een verwijzing naar “O’Conner’s Bar & Guesthouse” 3 km vanaf de route. Ik besloot hier naar toe te fietsen. Het werd een heerlijke afdaling naar het plaatsje Gloghane, op zeeniveau. ik besefte me dat ik dit morgen allemaal weer terug omhoog moest fietsen….

De O Conner’s Bar & Guesthouse bleek een schitterende ouderwetse en gezellig guesthouse te zijn. Ik kreeg één van de oudste kamers toegewezen. Na een heerlijke douche heb ik me omgekleed en ben lekker in de pub gaan zitten om, met een heerlijke pint bier van Hop House 13, van de makers Guinness. Vandaag maar eens geen Iers gegeten, maar een pizza met vier soorten kaas en een Irish koffie na. De barman verraste mij en de andere gasten door, tijdens het eten, even de aandacht te vragen en de verhalen te vertellen van vier vliegtuigen die hier tijdens de 2e wereld in de bergen zijn neergestort.

Vanavond probeer ik er vroeg in te liggen om morgen fit te zijn voor de beklimming van de bergpas en de verdere verkenning van het schiereiland.

Dag 13 Inishmore – Tarbert, 75km, 945m geklommen, 933m gedaald, gem. snelheid 21,7 km/h

Vandaag zou de ferry naar Doolin om 11:30 vertrekken.  Ik hoefde me vanochtend dus niet echt te haasten. Ik wilde nog even het Fort van Aonghasa bezoeken. Vooral vanwege  de spectaculaire ligging van deze ruïne, op de rand van een klif, maakt het een bezoekje waard.  Ik vertrok rond 10 uur vanaf de B&B, maar had me nogal verkeken op de grootte van het eiland. De ruïne bleek op 8km afstand te liggen vanaf de haven! Heen en weer kostte me dat al bijna een uur fietsen. Ik heb nog een poging gewaagd maar de vele klimmetjes en de tijd voor de wandeling naar het fort, hebben me doen besluiten om uiteindelijk van een bezoek af te zien. Ik wilde niet het risico lopen dat ik de ferry zou missen. Ik snap overigens niet waarom zoveel toeristen het eiland bezoeken, afgezien van wat ruïnes, is er nauwelijks wat te beleven.

De overtocht met de boot verliep soepel. Ik was de enige passagier. De zee kan hier enorm spoken maar was nu zeer kalm. Ik heb in de passagiersruimte wat zitten dommelen. We arriveerden binnen een uurtje in Doolin. Hier kon ik de route weer oppakken.  

Het begon direct al weer lekker te stijgen en ik merkte dat ik de route van gisteren nog aardig in de benen had. Ik was van plan een bezoekje te brengen aan de beroemde kliffen van Mouher. In het eerst volgende stadje kwam ik er achter dat ik de afslag had gemist. Lekker dagje vandaag!

Het weer was overigens weer prachtig en er stond weinig wind. Eigenlijk een perfecte fietsdag, maar het landschap viel me wat tegen en de klimmetjes begonnen me nu toch wel wat op te breken.

Rond kwart over zes kwam bereikte ik Killimir. Vanaf hier moest ik per ferry, de rivier de Shannon oversteken die op deze plek bijna 3 km breed is. De ferry vertrok elk heel uur. Aan de overzijde lag het stadje Tarbert, waar ik snel een b&b heb gevonden. Na een heerlijke douche was ik weer aardig opgeknapt. Aan de overzijde van de B&B heb ik een shoarma wrap gehaald die ik in de B&B met een blikje buitenlands bier (Heineken) heb genuttigd. Ik lig er vanavond vroeg in.  

Dag 11 Newport - Lettergesh 76km, 1729m (!) geklommen, 788 m gedaald, gem. snelheid 17.7 km/h

Het ontbijt van de The Walsh Bridge inn was prima. Ik had wat moeite om weg te komen omdat het het er buiten somber uitzag. Gelukkige klaarde het weer snel op en het werd een prachtige fietsdag.

Tussen Newport en Westport is een heus fietspad aangelegd over een oud spoortracé. De Ierse verkeerskundigen hebben hier echt hun best gedaan. Wel jammer dat bij elke kruising van het fietspad met een zijweg, aan weerszijden, oude spoorbielzen in het fietspad waren aangebracht om maar te voorkomen dat er een auto gebruik zal maken van het fietspad. In Nederland belanden jaarlijks honderden fietsers in het ziekenhuis als gevolg van een aanrijding met een dergelijk obstakel, terwijl ongevallen op een fietspad, tussen een auto en een fietser, niet of nauwelijks voorkomen.

Na Westport loopt de route langs de Atlantische oceaan en kwam ik langs Croagh Patrick, de berg waar volgens overlevering in het jaar 441 Sint Patrick 40 dagen heeft gemediteerd. Het is nu één van de belangrijkste pelgrimsoorden in Ierland waar jaarlijks meer dan een miljoen bezoekers op afkomen. Helaas was de berg in nevelen gehuld en ik kon er geen mooie foto van maken.

Na Louisburgh gaat de route langzaam omhoog de bergen in wordt het landschap woester en dreigender. Dit type landschap schijnt een inspiratiebron te zijn geweest voor Tolkien, voor zijn boek The Lord of the Rings. Ik vond het landschap adembenemend. Met de loslopende schapen is het oppassen geblazen als je er in een afdaling met ruim 50 km langs raast. Ze springen echt alle kanten op.

Na dit prachtige landspan loopt de route langs de Killary Harbour, een smalle zeearm die tot ruim 20 km landinwaarts voert. Het is één van de drie fjorden van Ierland. Afgezien van een heerlijk lange afdaling, met nog steeds, de onvoorspelbare schapen, is het wel irritant fietsen omdat je aan de overkant van de zeearm, de fietsroute weer in tegengestelde richting ziet terug lopen.

Na de Killary Harbour koos ik voor een variant van de route die langs de Atlantische kust voerde. Ik zag hier een camping en omdat het weer inmiddels prachtig zonnig was, leek het me wel een ,goed idee om hier te gaan kamperen. Dan had ik niet alle tijd voor niets de tent en slaapzak mee zitten zeulen. De route er naar toe, langs wat meren, was wederom prachtig. Later hoorde ik dat ik hier langs een toegangshek heb gefietst waar achter het huis van Oscar Wilde is gelegen. Had ik dat maar geweten.

Bij de camping aangekomen ontmoette ik Graeme Saltar, de eigenaar van het Caravan and Camping park. Het was een echte Ier met zo’n een gebreide muts, ontzettend aardige vent en we konden het direct al goed samen vinden. Hij was helemaal weg van mijn fiets. Ik mocht zelf een plekje op de camping uitzoeken. Het werd een plekje helemaal aan het einde van de camping, op een heuvel pal langs de kust. Ik was één van de weinige gasten de eigenaren van de stacaravans waren nergens te bekennen. Ik kreeg een zakje met extra lange haringen en wat snelbinders mee, om mijn tent goed vast te kunnen zetten. Dat was geen overbodige luxe! Het kostte me flink wat moeite om de flink wapperende tent fatsoenlijk op te zetten. ik had nog nooit op zo’n mooie plek gekampeerd! Nu maar hopen dat de wind vanavond wat ging liggen.

Graeme had me uitgenodigd om nog even een biertje te drinken. Het werden er een paar meer en we hebben het ontzettend gezellig gehad. Hij was zelf ook een fietser en was erg geïnteresseerd in de fietsroute en mijn werk als verkeerskundige. Ondertussen was het zo donker geworden, dat hij me met de auto naar de tent heeft gebracht. Er was een prachtige sterrenhemel te zien, dus met een beetje geluk bleef het nog droog ook. Mijn fiets kon ik in de receptie achterlaten. De wind was in de tussentijd ook nog eens “gaan liggen” en Graeme wenste me een goede nachtrust en verdween met zijn auto in de nacht.

Dag 12 Lettergesh - Inishmore, 102km, 969m geklommen, 885m gedaald, gem. snelheid 20.6 km/h

Het duurde gisteravond nog wel even voordat ik in gister avond in slaap viel. Ik had de hele tijd koude voeten en kwam er pas laat achter dat de rits, aan de onderkant, van de slaapzak openstond. Nooit geweten dat de rits van de slaapzak vanaf twee kanten open en dicht kon. Uiteindelijk moe maar voldaan in slaapgevallen. Bij het wakker worden was de wind al weer aardig aangewakkerd dus het was nog een hele toer om de tent af te breken en de bagage – zonder fiets – beneden te krijgen.

Graeme zou rond tienen weer aanwezig zijn en we hebben nog wat koffie gedronken en contactgegevens uitgewisseld. Ontbijten was hier niet mogelijk dus ik besloot dat maar in het eerstvolgende dorpje te doen, Letterfrack, een half uurtje fietsen. 

Vanaf Clifden voerde de route meer dan 40 km door een uitgestrekt en rotsig veenlandschap, met meertjes en bergen op de achtergrond. Wel mooi maar naar dik twee uur fietsen heb je het wel een keer gezien.  

Ik begon in de tussentijd aardig door mijn water heen te raken en ik was blij dat ik een chique hotel langs de route ontdekte, hotel Westwood. Ik kon hier even warempel een alcohol vrij biertje drinken en mijn bidons bij laten vullen. De vrouw die hier werkzaam was was erg behulpzaam om het vervolg van de route uit te stippelen. Er waren namelijk meerdere mogelijkheden. De weg langs de kust naar Galway was erg druk met autoverkeer en er was een alternatief via rustige wegen, maar dat voerde door een soortgelijk landschap wat ik net achter de rug had. De vrouw wees me op de mogelijkheid om vanuit Rossaveel de ferry te nemen naar de Aran eilanden, en van daaruit een andere ferry, naar Doolin te nemen. Ik kon dan een stuk van de route afsnijden en het leek me wel een leuke afwisseling. Ze was zelfs zo vriendelijk om even te bellen voor de juiste vertrektijden van de ferry. Om 18:30 uur ging de laatste ferry. Het was nu rond half vijf dus ik had ruim voldoende tijd om de 35 km naar Rossaveel op mijn dooie akkertje af te leggen.

Ik begon voortvarend aan de route en had lekker de wind in de rug. Het was ook nog eens prachtig weer. In mijn enthousiasme heb ik niet goed opgelet en heb per ongeluk de route langs de kust genomen, in plaats van dit stuk via het binnenland af te snijden. !@#$%^&*  Ik kwam er zo laat achter, dat het geen zin meer had om terug te fietsen. Er zat niets anders op dan het extra rondje (dik 20 km) maar af te maken. Ik kon gelukkig de vaart er aardig inhouden en had onderweg ook nog even de gelegenheid om bij een supermarkt een softijsje en wat snoep in te slaan. Deze extra koolhydraten kwamen me goed uit, want nu begon de tijd aardig te dringen. Rond 18:15 bereikte ik eindelijk de haven, hier moest ik nog snel een ticket halen en de juiste ferry zien te vinden (één van de drie). Om 18:20 kon ik mijn fiets de loopplank opduwen van de ferry naar Inishmore, pfff, dat scheelde maar weinig. Na een half uurtje stond ik weer op vaste grond en vond al snel een B&B. Na een verfrissende douche heb ik daarna in de pub een Irish stew gegeten en een apple crumble als dessert. Ik vond dat ik het verdiend had na 102 km flink doorfietsen.

   

Dag 10 Masshill - Newport, 76km, 779 geklommen, 877 m gedaald, gem. snelheid 17.4 km/h

Ik heb tot een uur of acht heerlijk geslapen in de barn. De fietstassen waren snel in gepakt en ik had nog even tijd om de route van vandaag te verkennen. Het was de bedoeling dat je in de barn zelf je ontbijt bereidde maar ik had hier natuurlijk geen rekening mee gehouden. Benjamin en Tineke waren intussen ook wakker en ik mocht nog even de boekbinderij en de werkplaats bewonderen waar de reparatiewerkzaamheden plaatsvinden.

Ik vertrok al weer bij mooi zonnig weer en werd door Benjamin en Tineke de goede richting opgestuurd. Ik had wel een gps, maar daar moesten ze niets van hebben. Ik had moeite om de route terug te vinden. Volgens het routeboekje zou de route langs de B&B lopen maar de track, lag een eind uit de buurt. Hoe kon dat nu weer. Na een verkeerde afslag, die in het bos eindigde, en ik weer terug moest kwam ik er achter dat de track, die ik probeerde te bereiken, de verouderde track was van de vorige editie van de route. Ik volgde nu een nieuwe route en blijkbaar was op dit traject de track niet bijgewerkt ^%%$#$*!@. Dit betekende dat ik nu volledig op de grove kaartjes uit het routeboekje moest gaan rijden. Dat beloofde nog wat.

Er waren twee routes naar Balina, mijn eerstvolgende bestemming waar ik wilde ontbijten. Een snelle variant via de autoroute of een variant via kleine weggetjes en meer klimwerk. Ik was echt voornemens voor de kleine weggetjes variant te gaan maar had blijkbaar een afslag gemist en zat nu op de snelle variant. Ik had nu al weer zoveel tijd verloren dat ik het wel best vond. Na een uurtje bereikte ik Balina waar ik heb ontbeten en een paar nieuwe fietshandschoentjes heb gekocht.

Zie foto’s voor een impressie van de rest van de route naar Newport .

Rond zes uur kwam ik aan in Newport na een heerlijke lange afdaling. Een overnachtingsplek was via booking.com snel gevonden, The Walsh Bridge inn. Hier lekker gedoucht en daarna eenvoudig gegeten in het café van het hotel. Rond 11 heerlijk gaan slapen.


Dag 9 Bundoran - Cooloney 80km

Nog geen gelegenheid om deze dag bij te werken. Het was een bijzondere fietsdag met een verrassende afloop.

Dag 9 Bundoran- Mass Hill, 79,4km, 711m geklommen, 650m gedaald, gem. snelheid 19,1 km/h

Afgelopen nacht goed geslapen. Ik heb weinig last gehad van mijn roommate Breakfast stelde niet zoveel voor in de Boathouse Lodge.   Witbrood , margarine, sinaasappel marmelade, melk en cornflakes. Ze zijn hier gek op sinaasappel marmelade. Ik ben er niet zo gek op.  

Ik had voor het ontbijt al de fietstassen ingepakt dus kon na het ontbijt snel vertrekken. Shit, ik miste mijn fietshandschoenen. Waar had ik die nu weer gelaten? Er zat niets anders op dan de fietstassen weer leeg te halen. Helaas, mijn handschoenen waren ^%%$#$*!@ niet te vinden. De jongen die de Lodge bestierde was in geen velden of wegen te bekennen. Ik belde het nummer van de lodge en kreeg de eigenaar aan de lijn. Ik vertelde hem dat ik mijn “cycle handkerchiefs” kwijt was. Hij begreep er niets van en zou de jongen bellen. Deze lag blijkbaar boven nog in bed en hij kwam al snel met een slaperige kop beneden. Hij was een beetje “confused” want hij snapte ook al niet wat ik kwijt was. Ik omschreef het nogmaals en hij schoot in de lach, ik was mijn “cycle gloves” kwijt en niet mijn “fiets zakdoek”.  We moesten er allebei lachen om mijn verspreking, maar onze zoektocht door de lodge leverde niets op.  Ik baalde er van, maar had nog een setje windstopper handschoenen met lange vingers. We spraken af dat we elkaar zouden berichten als we de handschoenen  zouden vinden. Misschien had ik ze toch over het hoofd gezien in mijn bagage. Dit hele gedoe had me weer veel tijd gekost.

Het weer was weer zonnig en route voerde langs de zee. Na een paar uurtjes fietsen bereikte ik het gehucht Carney met één supermarkt. Het begon een beetje te miezeren en ik besloot hier een kop koffie te halen. Losse koeken verkochten ze niet en ik had geen zin om een pak van zes koeken te kopen. Ik kreeg een koek van de uitbater uit een pakje die hij voor zich zelf onder de toonbank had liggen. Wat aardig! De volgende stad op de route was Sligo (spreekuit: Slygo), één van de grootste steden van Ierland. Volgens de uitbater maximaal een kwartiertje fietsen.   

Ik volgde zoals altijd het kruimelspoor op mijn gps. Ik had de vaart er lekker in en met mijn regenjasje, had ik niet veel last van het gemiezer. De route liep nu langs een meer met mooie uitzichten en volgens de bewegwijzering zou ik zo langs een waterval komen. . Leuk! Maar waar bleef Sligo nu? Na een dik kwartier bereikte ik de waterval en nu begon het toch flink te regenen. Na wat foto’s bij de (mooie) waterval ben ik het cafétje ingevlucht en heb hier een kop thee gedronken met wat sandwiches. Na een half uurtje vervolgde ik de route, maar er bekroop me een gevoel dat ik niet goed zat. Met de kaart er, bij bleek al snel dat ik de verkeerde track aan het volgen was  ^%%$#$*!@.  Er zat niets anders om dan rechtsomkeert te maken. Ik besloot de kortste route naar Sligo te nemen, maar ook dit was, achteraf gezien, geen slimme keuze. Mijn route voerde langs een drukke autoroute en ik kreeg ook nog eens een flinke helling voor de kiezen.  Na een uur bereikte ik eindelijk Sligo. Het duurde nog even om de stad door te komen en ik had er onderhand al 60 km opzitten. Het werd tijd om even te gaan kijken waar ik kon overnachten.

In Sligo waren alleen maar overnachtingen langs de route te vinden, boven de 100€ per nacht. Dat was me toch wat te gortig. Na Sligo voerde de route richting The Ox Mountains, een gebied met nauwelijks bebouwing, laat staan overnachtingsplekken. De eerst volgende (enige) overnachtingsplek was pas over 60 km. Het zag er wel leuk uit en het lag echt in “the middle of nowhere” en werd ook nog eens gerund door een Nederlands stel. Het zou wel betekenen dat ik vandaag 120 km moest fietsen met ook nog wat flinke hellingen in het vooruitzicht. Ik besloot de stoute schoenen aan te trekken en maar eens te bellen. Misschien dat ze me op kunnen pikken als ik in de problemen zou komen? Ik had ook eigenlijk geen andere optie. Ik kreeg de eigenaresse aan de lijn en na een kort overleg met haar man, stelde ze voor mij in het eerstvolgende gehucht, Coolaney , na 15km met de auto op te pikken. Te gek!

Na een dik half uur kwam een rood Volkswagenbusje me, met knipperende lampen, tegemoet rijden. Dat moest Benjamin zijn, de man van de vrouw die ik gesproken had. Ik had een jong iemand verwacht, maar hij was duidelijk in de zestig en hij had een woeste baard. We maakten onderweg kennis met elkaar. Hij woonde al geruime tijd in Ierland en was hier gekomen als restaurateur van oude papieren en boeken voor een museum in Dublin. Ik kreeg een plekje toegewezen in de prachtig verbouwde schuur en maakte ondertussen kennis met Tineke, de vrouw van Benjamin. Zij bestiert de B&B en assisteert Benjamin met de restauratiewerkzaamheden en de boekbinderij. Ze hebben het hier buitenaf prima naar hun zin en genieten van hun dieren en de rust van de omgeving. 

Na een verfrissende douche werd ik uitgenodigd om met Benjamin en Tineke mee te eten. In de tussentijd nog even snel gekeken of ik mijn handschoenen kon vinden, helaas. Benjamin had heerlijk (vegetarisch) gekookt en we hebben tot laat in de avond zitten kletsen,  genietend van een paar heerlijk glaasjes zelfgestookte brandewijn met bosaardbeitjes. Prachtig om dit soort interessante en bijzondere mensen te kunnen ontmoeten!